Ga naar de hoofdinhoud
main content, press tab to continue
Artikel | Pensioen Update

Wetsvoorstel verandering koppeling AOW-leeftijd

Door Mike Veerman | Augustus 31, 2020

Lees over de wet temporisering verhoging AOW leeftijd en het wetsvoorstel verandering koppeling AOW-leeftijd.
Retirement
Pensioenakkoord

In het pensioenakkoord is afgesproken dat het tempo, waarmee de AOW- en pensioenrichtleeftijd stijgen, gematigd wordt. Een eerste stap hiertoe is gezet met de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd, die een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar in 2024 regelt. In het verlengde hiervan heeft minister Koolmees op 8 juli jl. het wetsvoorstel verandering koppeling AOW-leeftijd naar de Tweede Kamer gestuurd.

AOW

Met dit wetsvoorstel stelt het kabinet voor de 1-op-1-koppeling van de AOW- en pensioenrichtleeftijd aan de ontwikkeling van de resterende levensverwachting vanaf 2026 – gezien de beoogde invoeringsdatum van het wetsvoorstel 1 januari 2025 – te vervangen door een 2/3-koppeling. Feitelijk betekent dit dat elk jaar ‘levenswinst’ zich vertaalt in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.

Belangrijk is dus dat de AOW-leeftijd in 2024 en 2025 – zoals eerder vastgesteld – 67 jaar bedraagt. Vanaf 2026 zal de AOW-leeftijd op grond van de nieuwe formule worden vastgesteld, welke vaststelling uiterlijk op 1 januari 2021 geschiedt. Bij de huidige verwachtingen is verdere verhoging van de AOW-leeftijd ook dan nog niet aan de orde.

Pensioenrichtleeftijd

Met ingang van 1 januari 2015 is ook de pensioenrichtleeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de gemiddelde resterende levensverwachting. Jaarlijks wordt bepaald of de ontwikkeling van de levensverwachting tot een verdere verhoging van de pensioenrichtleeftijd leidt. Sinds 2018 is de pensioenrichtleeftijd 68 jaar.

De koppeling van de pensioenrichtleeftijd aan de levensverwachting wordt middels dit wetsvoorstel op vergelijkbare wijze aangepast, namelijk door de 1-op-1 koppeling aan de ontwikkeling van de resterende levensverwachting te vervangen door een 2/3-koppeling.

De huidige pensioenrichtleeftijd van 68 jaar blijft – naar verwachting in ieder geval tot 2025 – ongewijzigd totdat deze op basis van de nieuwe koppeling aan de resterende levensverwachting wordt aangepast, met dien verstande dat de pensioenrichtleeftijd alleen kan worden verhoogd.

Gelet op de recente verhoging van de pensioenrichtleeftijd (per 1 januari 2018) naar 68 jaar en de huidige CBS-cijfers zou echter zelfs bij toepassing van de huidige 1-op-1-systematiek een verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 69 jaar pas met ingang van 1 januari 2029 aan de orde zijn. Door de factor van 2/3 wordt dat nog aanzienlijk later.

Verhoging van de pensioenrichtleeftijd zal in de nieuwe fiscale systematiek van het pensioenakkoord minder relevant worden, aangezien de koppeling met de premiehoogte veel minder sterk wordt. Bestaat er echter een relatie tussen premiehoogte en (geambieerd) pensioenniveau op de pensioenleeftijd, dan kan verhoging van de pensioenrichtleeftijd leiden tot een lagere benodigde premie. Op dezelfde wijze kan verhoging van de pensioenrichtleeftijd ook betekenen dat de fiscaal maximaal toegestane premie lager wordt.

Auteur

Legal Consultant

Related content tags, list of links Artikel Pensioen Update Pensioen Pensioenakkoord Nederland
Contact us